Kennisblad Ontwikkeling en behoud van gradiënten in het stuifzandlandschap
Erik Klein Lebbink (Staatsbosbeheer), Michel Riksen (geomorfologie, WUR), Laurens Sparrius (bodem en vegetatie, Biodiv) en Marijn Nijssen (fauna, Stichting Bargerveen)
Waar men in Nederland vroeger nog probeerde de ‘woeste zanden’ te ontginnen en bos aan te planten, willen natuurbeheerders tegenwoordig het stuifzandlandschap beschermen. Deze veldwerkplaats bracht deelnemers naar het Kootwijkerzand, met ongeveer 600 hectare het grootste stuifzandgebied van noordwest Europa. Inleider Erik Klein Lebbink vertelt dat het open zand hier echter de laatste jaren weer in omvang afnam. De beheerders namen daarom contact op met Michel Riksen, Laurens Sparrius en Marijn Nijssen die een onderzoek startten naar behoud van stuifzanden.
De resultaten van hun experimenten zijn samengevat in een handleiding voor beheerders, en zijn ook relevant voor andere terreinen. Conclusies: de belangrijkste natuurwaarden van stuifzanden komen door gradiënten en deze behoud je het best door gefaseerd beheer. Onderzoek vooraf wel goed je terrein!