Kennisblad Vernatten van laagveen
Martin Wassen - Universiteit Utrecht
Michelle van Mulken - Universiteit Utrecht
Beheerders van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden en Waternet
LET OP: Deze veldwerkplaats wordt verplaatst naar een datum in november.
Zodra de nieuwe datum bekend is zullen wij de gegevens aanpassen.
Vernatting van het Nederlandse laagveen is noodzakelijk om broeikasemissies terug te dringen en bodemdaling af te remmen. Bij vernatting zal het landschap en landgebruik echter veranderen, waarbij in veel gevallen agrarisch land wordt ontwikkeld tot natuur of paludicultuur (natte teelt). Maar wat betekent dit voor de lokale flora en fauna? Ontstaan hierdoor ook kansen voor biodiversiteit?
Om deze kansen te bepalen zijn veel factoren van belang. Tijdens de veldwerkplaats zullen we ingaan op de onderzoeksresultaten van een OBN-onderzoek waarbij voornamelijk aandacht is besteed aan de kwaliteit van het water waarmee wordt vernat. In de ochtend vertelt onderzoeker Martin Wassen naar de naar de kansen voor de plantengemeenschap en laat Michelle van Mulken zien wat de kansen voor fauna zijn. Renske Klein van Waternet komt vertellen over beleid en beheer, bijvoorbeeld de afwegingen die van belang zijn bij het besluit om wel of niet te vernatten.
In de middag bezoeken we een aantal vernatte locaties: in de Groot Mijdrechtse Polder dringt kwel vanuit zowel de Botshol als de Vinkeveense Plassen naar het oppervlak, in Demmerik wordt vernat met oppervlaktewater. We kunnen hier zien hoe deze abiotiek van invloed is op de plantengemeenschappen en welke landschapselementen een rol spelen bij de kansen voor biodiversiteit.